CHINEES WERKETHOS

SONY DSC

Er is veel te doen in China. De Chinezen proberen in 10 jaar tijd datgene te doen waar de Westerlingen 100 jaar voor nodig hebben gehad. En daarbij willen ze ook nog eens het Westen overtreffen. Neem hun plan om het hoogste gebouw van de wereld te maken, Sky City, dat met zijn 220 verdiepingen 10 meter hoger zal zijn dan het gebouw dat zich op dit moment het hoogste mag prijzen: 228 meter in Dubai. Afgezien van deze duizelingwekkende cijfers wil de projectontwikkelaar het ook nog eens in recordtijd bouwen: in 7 maanden in plaats van de 5-10 jaar die een dergelijk gebouw nodig zou hebben. Wij kijken vanuit het Westen verbaasd toe. Hoe doen die Chinezen dat? In de tijd dat wij met onze ogen hebben geknipperd is China van een onderontwikkeld land ergens aan de achterkant van de aardbol middenin het centrum van de wereld opgepopt, als een vlinder uit haar cocon. Wij kunnen niet meer om de Chinezen heen: de wereld draait nu om hen.

Natuurlijk, China is alleen al koploper in menskracht: met een inwonertal van ruim 1,3 miljard is zij de baas. Ter vergelijking: de V.S. heeft als derde op de lijst een inwonertal van nog geen 314 miljoen, om over Nederland nog maar te zwijgen. Dus logisch: ook in China maken vele handen licht werk. En als je met zovelen bent kan ook alle tijd benut worden: de 24/7 diensten zijn niet alleen in de V.S. van kracht. Maar anders dan in Amerika bestaan in China geen secundaire arbeidsvoorwaarden. Er is namelijk maar één principe, en dat is de primaire levensbehoefte om werk te hebben, wat dat ook is en onder welke omstandigheden dan ook. Wie werkt die overleeft in China. Maar toch, er moet ook iets anders zijn wat Chinezen doet slagen in hun hoge productie?

Ik woon hier pas 2 maanden en kan nog niet verklaren hoe het China lukt om mee te doen in de internationale wedloop en hierbij landen te verslaan die meer ervaring hebben en langer de tijd hebben gehad om zich te ontwikkelen. Ik kan alleen de Chinezen om mij heen observeren, en ook nog eens zonder dat ik hun taal spreek en hun cultuur goed ken. Maar één ding is mij inmiddels wel duidelijk geworden: Chinezen werken anders dan wij in het Westen.

Vanuit mijn studeerkamerraam kijk ik uit op een huis in aanbouw. Drie weken lang is het gehuld in een groot groen gaasverband, alsof het op de operatietafel ligt. Drie weken lang zie ik Chinese werklui in-en uitgaan. In een langzaam maar gestaag tempo. De zware arbeid noch de hitte lijkt hen te deren: ze bewegen zich alsof het hen geen energie kost. Tai Chi op de werkplek, zo ziet het eruit. Er lijkt niet veel te gebeuren, maar ondertussen gebeurt er van alles, onzichtbaar. Het ziet eruit als de slinger van Foucault, die blijft bewegen, schijnbaar zonder energie te verliezen, en ondertussen belangrijk werk verricht: aantonen dat de aarde ronddraait. Het heeft een rustgevend effect op me: er wordt gewerkt, uiterst beheerst en alleen gericht op datgene wat nodig is. En dan opeens staat de machine stil. Ik had even niet opgelet en het volgende moment zie ik niemand meer in het huis. Ik kijk uit het andere raam en dan zie ik ze aan de andere kant van de straat: 14 Chinese werkmannen op hun hurken in een lange rij langs de stoeprand. Ieder eet met stokjes uit een plastic bakje, niemand kijkt op of om. In de weken die volgen leer ik dat dit ritueel zich elke dag klokslag 12 uur voltrekt. Elke Chinees laat op dit tijdstip alles uit zijn handen vallen om te gaan eten. Zelfs vergaderingen worden abrupt onderbroken: werk is belangrijk, maar eten is heilig. Ik kan hier nog iets van leren. Ik werk in horten en stoten en stop pas als mijn werk af is. Míjn energie zit altijd in een rollercoaster, mijn humeur volgt op de voet. Ik vraag me af of deze Chinese manier van werken bijdraagt aan de hoge productie. Bewijzen kan ik het niet, maar het klinkt aannemelijk.

Maar ik zag nóg iets. Door alle klusjes die in ons huis gedaan moesten worden zag ik wat anders is aan de Chinese manier van werken: er is namelijk voor elke klus een man. Sterker nog: voor elk onderdeel van een klus is een man. In het begin vroeg ik me nog af waarom er zoveel Chinezen nodig waren voor één klusje, maar nu begrijp ik dat iedereen hierin een eigen taak heeft. Zo kwamen er voor onze houten vloer, die stof produceerde door de naden van de planken, vier mannen opdraven. De eerste was de Voorbereider: hij zette de meubels aan de kant, bond de gordijnen hoog op, deed de lichten aan en stopte de stekker van de stofzuiger in het stopcontact. De tweede man was de Stamper: hij stampte op de planken zodat het stof hoog op dwarrelde. De derde was de Zuiger: hij mocht de manshoge stofzuiger met superkracht bedienen. En de laatste was de Opzichter: hij was wat ouder dan de rest en zat op een krukje aanwijzingen te geven. Dit alles werd als een goed geoliede machine uitgevoerd: de mannen waren zo goed op elkaar afgestemd dat het leek op een acrobatenshow in een circus: alles gaat vloeiend in elkaar over en voordat je het door hebt is de act voorbij. Ondertussen praatten de mannen voortdurend met elkaar, alsof hun woorden hun handelingen aan elkaar smeedden. Gebroederlijk gingen ze de deur weer uit, op weg naar hun volgende klus.

Dit zette me aan het denken. Tijdens mijn colleges Arbeids-en Organisatiepsychologie heb ik ooit geleerd dat mensen de meeste voldoening en plezier uit hun werk halen wanneer hun werk afwisselend is. Een eentonige taak zou niet alleen geestdodend zijn, het demotiveert en maakt werknemers ongelukkig in hun werk. Maar deze indruk had ik absoluut niet van dit Chinese A-team: de eentonigheid leek hen niet te deren. Het plezier met elkaar en in hun werk spatte eraf. Het leek alsof ze zagen dat hun kleine taak belangrijk is in het grote geheel, een onmisbaar schakeltje. Het gevoel dat je ertoe doet, dat je belangrijk bent voor de anderen. En dat die anderen dat ook zien en laten merken. Zou dit ook gelden voor mijn klusjesmannen, zouden ze hun taak zo belangrijk vinden en elkaar bedankt hebben toen ze klaar waren?

Ik twijfelde nog, maar toen wij onlangs in het Yanqihu Park waren wist ik het zeker. Ik zag het bewijs voor mijn gedachtenspinsels over het Chinese werkethos in levende lijve. Ik zag hem zitten op een bankje in het water, dat speciaal voor hem op die plek was gemaakt, met een eigen loopplankje en een parasol. Het was zíjn taak om iedereen die met de kabelbaan vanaf de berg naar beneden kwam abseilen vlak voor het einde af te remmen met een touw. En dat is een hele belangrijke taak. Van levensbelang zelfs. Want de gevolgen zijn niet te overzien als hij er één zou missen. Dus zit hij daar de hele dag mensenlevens te redden. Samen met zijn collega die de mensen aan het einde van de kabelbaan uit de gordels bevrijdt. Hun taken zijn goed op elkaar afgestemd en ze houden voortdurend oogcontact met elkaar. Samen zijn ze onmisbaar, en elk van hen is nodig. De wereld draait om hen. Wie wil dat niet?

Nu begrijp ik ook waarom het Chinese karakter voor CHINA bestaat uit een vierkant met een streep erdoorheen, om aan te duiden dat China in het centrum van de wereld ligt. De wereld draait namelijk om China. Welk land wil dat niet?