DE ANDERE KANT

IMG_1638

Ik heb iets goed te maken. Door mijn blogs denkt iedereen nu dat China het Beloofde Land is met alleen maar aardige Chinezen. En bovendien vrezen mijn vrienden en familie dat ik nooit meer terug wil naar Nederland, omdat ik hier zo gelukkig ben. Ik heb dus twee keer iets goed te maken.

Zo langzamerhand is door mijn verhalen het beeld ontstaan van Chinezen als behulpzaam, toegankelijk, extravert en vrolijk. Bovendien heb ik de Chinese werknemer niet alleen een ijzeren discipline toegekend, maar ook de toewijding gegeven die hij aan zijn kind schenkt. De misstanden in de maatschappij draagt de Chinees in mijn verhalen met waardigheid, en deze doen niets af aan de trots die hij voelt voor zijn land, als ware het zijn eigen familie. En ondanks het feit dat China heel lang een muur opgetrokken heeft en met een schuin oog afkeurend naar het Westen keek, ontmoet ik alleen maar Chinese mannen en vrouwen die de buitenlanders een warm hart toe dragen. En hoe zeer het communisme er ook in geramd is, ik zie dat de boeddhistische menslievendheid en transcendente levenshouding van de Chinese burger het land regeren.

Dus ik begrijp wel waarom iedereen nu naar China wil verhuizen. Ik zou het ook doen, als ik in Nederland zat en mijn blogs zou lezen. Maar natuurlijk is die andere kant er ook, de zwarte bladzijden van China. En dan heb ik het bijvoorbeeld over wat er achter de schermen gebeurt in de Communistische Partijtop. Dan lees ik over de journalist Chen Yongzhou die zijn kritische woorden op een Chinees staatsbedrijf ‘vrijwillig’ terugneemt als hij opgepakt is. En dan ontdek ik dat de Chinese overheid de feiten over de studentenopstand op 4 juni 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede letterlijk uit de geschiedenis heeft geschrapt: geen enkele hit als je de datum van die beruchte dag op de Chinese YouTube intoetst.

En die andere kant zie ik ook in het leven van alledag. De dure Nestlé-waterflessen die worden gevuld met goedkoop Chinees leidingwater, compleet met kwaliteitszegel en distributienummer. De gewone man die zich niet schuldig voelt over deze oplichterij, omdat ‘de regering maar beter moet controleren’. Ons terrein dat driftig wordt vrij gehouden van herfstbladeren, die vervolgens met zak en al in het bos hierachter worden gedumpt. En de klusjesman die vol toewijding ons toilet repareerde staat ongegeneerd een plas te doen naast de schommel in het speeltuintje.

Het zijn maar een paar voorbeelden en hierover had ik ook verhalen kunnen schrijven. Of ik had alles wat ik meemaak een andere uitleg kunnen geven. Ik had de man die de kabelbaan bedient zielig kunnen vinden omdat hij de hele dag hetzelfde werk doet. Ik had kunnen denken dat de penselenmaker zich terugtrok in zijn werk omdat hij zich aan ons ergerde. Ik had zelfs de hulpvaardigheid van de Chinese vrouw als bemoeizucht kunnen zien en de aandacht voor ons als buitenlander als zelfzuchtigheid.

Ik heb het niet geschreven. Maar ik heb het wel allemaal een keer gedacht, anders kom ik er nu niet op. Het is die andere kant van het leven die overal is en ik liever niet zie, omdat ik er niet blij van word. Het lukt me namelijk vaak goed om me ongelukkig te voelen. Het zijn de moeilijke en pijnlijke dingen die ik verwens en niet wil dragen. En ook al zeggen de Boeddhisten: “Het leven is lijden”, ik wil het niet horen. Ik wil dan alleen maar diep onder de dekens kruipen en dromen van een leven zonder lijden.

En dan droom ik van een warm land waar ik een leven leid als Prinses. Daar hoef ik niets te doen; er wordt gekookt en schoongemaakt. Mijn Prins is perfect en heeft een wit paard. Onze kinderen voeden zichzelf op. En elk kind heeft een eigen hond, want niemand is allergisch. En iedereen is aardig en zegt precies datgene wat ik horen wil. En ’s nachts kan ik altijd slapen. We vieren geen verjaardagen en Sinterklaas, want niemand heeft een verlanglijstje. En we hoeven ook geen Kerst te vieren, want we zien elkaar toch elke dag. En Moederdag is afgeschaft, want ik word elke dag verwend. Met twee ontbijtjes op bed. En mijn enige taak is om te genieten. Elke dag opnieuw.

En de dagdroom gaat over in een herinnering: 17 jaar was ik, en de Koning(in) te Rijk. Ik had namelijk het Perfecte vakantiebaantje gevonden: in een banketbakkerswinkel. Het vooruitzicht om elke dag alle overgebleven taartjes mee naar huis te mogen nemen zette me op een roze wolk. Ik zag alleen maar bergen marsepein, wolken slagroom en pure chocolade om me heen. Op mijn eerste werkdag liep ik als een engeltje door de winkel. Zelfs de oude dame die mij in moest werken werd er vrolijk van. Als beloning voor het harde werken kreeg ik de eerste week alle gebakjes mee naar huis. En o! wat heb ik genoten, die eerste week. De tweede week voelde ik me niet zo lekker. En de derde week dacht ik dat ik ziek was. Maar dat was niet zo, ik was alleen maar niet meer zo blij met die taartjes. Ik weet niet wat ik toen erger vond: dat ik geen moorkop meer lustte of dat mijn droombaan niet zo perfect was als ik had verwacht.

Langzaam laat ik schoorvoetend die andere kant in mijn leven toe. Ook al wil ik niet lijden, geen pijn en gemis, ik lijk het nodig te hebben om te zien hoe goed het leven ook kan zijn. Voorbeelden te over die mij dit laten ervaren: de moorkop die alleen lekker smaakt op verjaardagen, de vakantie die weldadiger voelt na een jaar hard werken, het bad dat me omarmt na een barre tocht door regen en wind. En ook: de liefde na ruzie, de dankbaarheid na ziekte, de verbondenheid na missen.

Blijkbaar kan het leven niet zonder lijden zijn. En ik zou het niet willen missen.