Ik ben regelmatig de weg kwijt. Ik sta erom bekend. Loop met mij een rondje om het huis en ik krijg het voor elkaar om niet meer thuis te komen. Mijn kinderen plagen me ermee. Gelukkig hebben zij mijn gebrek aan ruimtelijke oriëntatie niet geërfd. Ik lach met ze mee, achteraf kan ik dat wel. Maar meestal staat het huilen mij nader dan het lachen wanneer ik weer eens verdwaal.
Zo kan ik me nog herinneren dat ik met een vriendin een avondje ging stappen in Rotterdam. Ik mocht de auto van mijn ouders lenen en ik had van te voren precies opgeschreven hoe we moesten rijden. Mijn vriendin zat naast me en las het stap voor stap voor. Nog zonder TomTom was zij mijn steun en toeverlaat. En het werkte: zonder problemen kwamen we bij de discotheek aan. Om 1 uur ’s nachts keerden we huiswaarts, mijn vriendin weer naast me met de instructies in omgekeerde volgorde op haar schoot. Ik was gerust: het zou nog wel eens goed komen met mij en het vinden van de weg. Maar dit gelukzalige gevoel duurde niet lang: we waren de straat nog niet uit of we stonden voor een wegversperring. Meestal gebeuren dit soort wonderlijke toevalligheden alleen in mijn dromen, maar deze was echt. Maar, geen paniek: het enige wat we moesten doen was de volgende straat nemen, en dan konden we gewoon weer verder. Zo gezegd, maar zo niet gedaan. Wegen lopen niet recht en leiden al helemaal niet allemaal naar Krimpen aan den IJssel. De paniek sloeg me om het hart. Twee jonge meiden in een dure auto in het midden van de nacht verdwaald in De Stad, zoals wij Rotterdam respectvol noemden. We besloten dan ook zonder het met elkaar te bespreken dat we niemand de weg zouden vragen. Borden genoeg, en er zou er heus wel één zijn die ons de weg terug naar huis wees. Het enige wat we niet moesten doen was in de Maastunnel terecht komen. Want dan kwam je aan het andere einde van Rotterdam, het Rotterdam van Feyenoord en Charlois. En dat was pas écht eng.
‘Alle wegen zijn goed, behalve de Maastunnel. Niet de Maastunnel, niet de Maastunnel …’, zo klonk het bezwerend door mijn hoofd. Maar net als de zwaartekracht is de kracht van de angst onontkoombaar: meedogenloos werd ik naar de Maastunnel getrokken. Zoals de skiër die wanhopige pogingen doet die ene boom te vermijden. Zo verging het ons ook. Daar, aan de andere kant van Rotterdam, hebben we een eindeloze, wanhopige rit gereden. Zonder een aanknopingspunt, zonder een plek om te stoppen, zonder een bord dat ons de weg wees.
Natuurlijk zijn we thuis gekomen. Net als in een droom: opeens word je wakker en is het voorbij. Zo ging het ook die nacht: zonder dat we de weg hadden gevonden waren we opeens thuis. Doodop en met een jetlaggevoel stortten we in ons bed. De volgende ochtend herinnerde ik me onze nachtelijke rit. Of was het toch een droom? Aan het ontbijt werd mij dit duidelijk toen mijn vader zei: “Ik dacht dat mijn auto een volle tank had!?” Ik kan me niet herinneren wat ik heb geantwoord, want een simpel: ‘we waren de weg kwijt’ leek me een hele slechte smoes.
Gelukkig voor mij is de TomTom uitgevonden, met de meest geruststellende stem die er in mijn oren bestaat: die van Bram. Bram brengt me overal en zijn opluchting is misschien nog wel groter dan die van mij wanneer hij de autorit afsluit met: ‘Bestemming bereikt’. Toch blijkt ook Bram niet bestand tegen mijn gebrek aan oriëntatievermogen. Regelmatig ben ik ook met hem op mijn voorruit het spoor bijster. Zo ook tijdens een vakantie met vrienden in het Oosten van het land. Mijn man kwam een dag later aan en ik had toegezegd hem van het station op te halen. Ik zag een piepklein stationnetje op de kaart, maar Bram zag geen problemen. Voor de zekerheid vroeg ik één van mijn vrienden om met mij mee te rijden. Na zijn verbaasde reactie: ‘Je hebt toch een TomTom?’ ging hij mee ‘voor de gezelligheid’. Maar dit werd pure noodzaak toen het station volgens Bram toch echt op een uitgestorven bedrijfsterrein moest liggen. ‘Bestemming bereikt’, zo bleef hij mij verzekeren. Zijn stem klonk opeens niet zo geruststellend meer. Maar met een echte vriend naast me was het allemaal niet zo erg. Het station bleek nog te bestaan en mijn man stond nog te wachten.
Hier in China heb ik niks te vrezen: ik verdwaal nooit meer dankzij onze chauffeur Sun Li. Hij weet altijd de weg, en zelfs als hij dat niet weet komen we zonder paniek en zonder omweg altijd weer thuis. Bestemming bereikt klinkt mij hier heel anders in de oren. Maar helaas was deze rust van korte duur: mijn angst heeft mij zelfs in het verre China weten te vinden. En de aanleiding kwam uit onverwachte hoek.
Half augustus wilde ik mijn eerste blog op mijn kersverse WordPress-site publiceren. Opeens verscheen er een zinnetje op mijn scherm ‘Sorry, more information needed’. Ik begreep niet precies wat dit betekende, maar dacht hier wel achter te kunnen komen. Echter, hoe meer ik zocht naar wegen om mijn site te bereiken, des te meer kwam ik klem te zitten tussen sorry-zinnetjes en dreigend-uitziende webpagina’s met Chinese karakters. Steeds meer blokkades doemden op langs de digitale snelweg. Nu was ik ook nog eens de weg kwijt op internet! Hoe kon ik mijn blogs publiceren als er geen contact met Nederland mogelijk was? De paniek sloeg toe. Daar zat ik dan in mijn eentje in China, hopeloos verloren.
Gelukkig bleek ik niet de enige te zijn die dit had meegemaakt. Mijn buurvrouw wist er alles van. Ik leerde dat het zinnetje ‘Sorry, more information needed’ een eufemisme is voor ‘gecensureerd’. En ik hoorde dat niet alleen WordPress, maar ook YouTube, LinkedIn en Twitter door de digitale Chinese Muur worden tegen gehouden. Weer was het mijn buurvrouw die een uitweg wist. Door het installeren van een eigen verbinding, VPN geheten, kunnen de blokkades ontweken worden. Nu is het deze digitale TomTom die mij razendsnel naar mijn bestemming leidt. Elke ochtend log ik in via de Verenigde Staten en koers ik vastberaden en blijmoedig op Nederland af, terwijl onderaan mijn scherm voorbij flitst: ‘wachten op proxytunnel’ en ‘beveiligde verbinding tot stand brengen’. Ik snap niet hoe het werkt, maar ik laat mijn levenslijn niet meer los. Ik hou het hier in China nog wel even uit!