GELOVEN

Ik geloofde het nooit: dat je je vrolijker zou voelen als je de hele dag met een glimlach op je gezicht zou lopen. Ik leerde dit tijdens mijn studie, maar in mijn werk als psycholoog heb ik het niet één keer als advies aan iemand meegegeven. Ik kan dat niet als ik er niet achter sta. Maar nu begin ik te twijfelen: Heb ik mensen niet een eenvoudig uit te voeren remedie tegen somberheid onthouden?

Ik weet wel waarom ik mij altijd tegen dit advies heb verzet. Ik wil zo’n simpele voorstelling van zaken niet. Alsof wij machines zijn en we het opeens goed gaan doen zodra er een sticker met een smiley op ons voorhoofd is geplakt. Als het zo eenvoudig is dan hoeven we niet meer te praten over wat ons bezig houdt. We zetten gewoon iedere ochtend onze vrolijke muts op en stappen blij de wereld in. Geen zorgen over de dag, geen twijfels over onszelf.

Dit vroeg de Amerikaanse Amy Cuddy zich ook af, toen zij als 20-jarige worstelde met zichzelf. Zij was dat verlegen kind geweest en die onzekere puber geworden wier levenshouding uitstraalde: “sorry dat ik besta”. Maar ze had één lichtpunt: ze had ambities. Ze wilde hoe dan ook studeren aan de universiteit van haar dromen. En ze deed het enige wat ze op dat moment kon doen om aangenomen te worden: zich net zo overtuigend voordoen als haar hoge cijfers. Als een vrouw van de wereld verscheen ze op het sollicitatiegesprek; haar houding straalde zelfvertrouwen en optimisme uit. En het werkte: ze werd aangenomen als student-assistent. En daarmee was haar idee voor een wetenschappelijk onderzoek geboren.

Vanaf dat moment beet ze zich vast in de vraag of mensen zich echt zelfverzekerder gaan voelen als hun lichaamshouding kracht uitstraalt: een rechte rug, alerte blik en in oogcontact met de ander. In haar praatje op www.TED.com laat de inmiddels Professor Cuddy geworden Amy zien dat de resultaten van haar onderzoek er niet om liegen. Mensen die zich tijdens een sollicitatiegesprek een overtuigende lichaamshouding hadden aangemeten voelden zich niet alleen zekerder van zichzelf, maar werden ook nog eens door anderen beter beoordeeld. Nog opmerkelijker was het lichamelijk effect: testosteron, het hormoon dat je krachtiger en doelgerichter maakt, nam toe, terwijl het stresshormoon cortisol af nam.

Overtuigender kan een bewijs niet zijn. En ik doe mijn best om het te geloven. Maar het kan er bij mij niet in dat je jezelf kunt overtuigen met zo’n trucje. En als het niet werkt dat je dan verbaasd zegt: “Maar ik heb de hele dag gelachen, en nog ben ik niet vrolijk!”Of: “Ik zeg elke dag in de spiegel tegen mezelf ‘je kunt het’, en nog voel ik me niet zeker van mezelf!”

OK, ik moet toegeven: heel diep van binnen geloof ik het wel. Een beetje dan. Je voelt je echt krachtiger als je vol verve je mening verkondigt dan wanneer je met neergeslagen ogen dezelfde woorden stamelt. Daarbij komt dat het ook nog eens het gewenste effect op anderen heeft: er wordt beter naar je geluisterd. Je houding straalt zelfvertrouwen uit en je gevoel van eigenwaarde gaat ervan glanzen. En dat Professor Cuddy dit ook nog eens kan onderbouwen met fysiologische gegevens bewijst dat het meer is dan een placebo-effect.

Maar toch denk ik dat dit maar het halve verhaal is. Als je je houding verandert, verander je zelf niet automatisch mee. Er moet meer gebeuren dan het strekken van je rug. Van binnen moet je nog steeds die vernietigende zelftwijfel verslaan. Daar is meer tijd voor nodig. En meer woorden dan alleen “ik kan het”. Pas als je je eigen woorden in je levensverhaal gevonden hebt voel je je sterker. Alleen dan verandert er ook iets in jezelf als persoon. En dan kun je echt worden wat je hoopt: zelfverzekerd, blij, liefdevol, of wat je maar wilt.