HAAR BLIK

IMG_1815

Ze kijkt me aan alsof ze met haar ogen zeggen wil: “Waag het niet om naar de anderen te kijken”. Doordringend en dwingend. Ik gehoorzaam. Ik voel haar kracht, ze is alert op elke beweging die ik maak. Zo staan we, oog in oog. Haar blik vastgeklonken aan mijn ziel.

Een eindeloos ogenblik lijkt dit te duren, totdat ik me losmaak uit die blik. Ik draai de foto, afgedrukt als ansichtkaart, om en lees op de achterkant dat deze rond 1920 in China gemaakt moet zijn. De portretfotografie deed haar intrede. De kinderen op de foto komen niet uit hetzelfde gezin. Zij zijn bij elkaar gezet; zes kinderen uit zes verschillende gezinnen die toevallig op dezelfde dag een foto lieten maken.

IMG_2709

Nu durf ik wel naar de andere kinderen op de foto te kijken. Die staan duidelijk onder haar bewind, het is van hun gezichten af te lezen. Zo zie ik het jongetje links met een schuin oog naar haar kijken, klaar om weg te rennen zodra ze toeslaat. Het jongetje rechts is al weg, getuige zijn vooruitgeschoven borstkas en zijn naar achter getrokken hoofd. Alsof hij zeggen wil: “Mijn lichaam staat er nog, maar in mijn hoofd ben ik al vertrokken”. En ach, de kinderen op de voorgrond zijn klein en argeloos, nog teveel zichzelf om overheerst te worden. Drie kleuters op een rij: de nieuwsgierige, de sippe en de onzekere. Alle drie gehoorzaam de handjes op de knie.

En dan pas zie ik wat daar onschuldig hangt bij die kleinsten. Alsof het alledaags normaal is, zo openlijk en bloot. Ik kijk snel weg, als werd ik betrapt als gluurder. Beschaamd om mijn nieuwsgierigheid, onbedwingbaar trekkend aan mijn ogen. En zij staan weerloos vastgenageld op de gevoelige plaat, onderwijl mijn blik trotserend. Lankmoedig bovenal, wijs zonder het te weten.

Nu snap ik het meisje, waarom ik niet kijken mocht van haar. Zij wilde mij behoeden te delen in de smart. De smart die Chinese jongetjes destijds ten deel viel op een dag. Ontdaan van broek en mannelijke trots, verleid tot vrouwelijke praal. Verkleed als meisjes, met jurkjes en strikjes. Zo hoopten ouders hun zoon te redden uit de klauwen van de demon, in die tijd alom gevreesd. Want meisjes liet hij met rust, en zo werd de angst de zonen te verliezen gesust. De foto als bewijs voor hun mannelijk gezinslid, gekoesterd, maar goed opgeborgen voor de kwade geest.

Ik dacht niet ontvankelijk te zijn, maar werd geraakt door wat een foto kan onthullen. Haar blik bleef aan mij knagen, maar naar haar kijken lukte mij niet meer. Toch ben ik het haar schuldig, ze had me willen behoeden. En als ik eindelijk weer kijk, dan zie ik hoe haar dwingende blik verdwenen is. Smekend kijkt ze me nu aan, als wilde ze iets vragen.

Ze leeft niet meer, ik zal het nimmer weten. Maar nog altijd voel ik haar onvervulde bede.