Door het sneeuwwitte landschap schuifelen ze naast elkaar de straat uit langs mijn huis: het honderd jaar oude Chinese echtpaar dat elke dag stevig gearmd hun ochtendwandeling doet. Ik zie niet wie steun heeft aan wie: ze leunen al lopend tegen elkaar. Dag in, dag uit, in weer en wind. Ik zag ze in de winter toen de sneeuwvlokjes dwarrelden, ik zie ze vandaag, nu de lente haar intrede doet met de witte pluizen van de populieren. Hun haren raken bedekt door de donsachtige vlokjes. Alsof ze zo uit een kussengevecht zijn gestapt.
Ze wisselen geen woord met elkaar; hun adem is nodig voor elke stap. Hun aandacht gericht op de ander, voorzichtig, zodat die niet omvalt. Ik stel me voor wat ze doen als ze thuis komen van hun expeditie. Ze schudden de witte vlokken uit hun haar, trekken de jas bij de ander uit en laten zich in een gezamenlijke plof neervallen op de bank. Daar blijven ze tien minuten zitten, om op adem te komen. Zij zal dan naar de keuken gaan en thee zetten voor haar man. Hij zal haar liefdevol aankijken en bedenken dat zij dit al 80 jaar voor hem doet, langer dan een mensenleven. Zij schenkt haar liefde in het kopje, hij brandt zijn lippen aan het vocht.
Zo zal het gaan en zo zal het eindigen. Ze zullen wensen op hetzelfde moment te sterven. Want ik stel me voor dat dat je wens is als je 100 bent. Al je levenswensen zijn namelijk op. Je hebt gewenst, je hebt geleden. Er was hoop, er is gestreden. Hoe je leven ook is verlopen, er is in ieder geval één wens vervuld: je bent oud geworden, en ook nog eens samen. Hoe volmaakt zou het zijn dan ook samen te sterven zoals Pyramus en Thisbe, de liefde tot in eeuwigheid beklonken.
En als die wens niet uitkomt, dan wens je dat de ander eerder sterft dan jij. Niet omdat je zelf langer wilt leven, maar omdat je de ander de pijn wilt besparen om mee te maken dat jij er niet meer bent. Dat is wat Tineke Vroman zei over haar man Leo, in het interview dat zij samen in 2010* gaven in hun woonplaats in Texas. Zij wenste dat hij eerder dood ging dan zij, omdat hij meer aan haar hing dan zij aan hem. En dat was ook wel te zien: die lieve oude man, die zijn vrouw nog steeds aan keek met een blik van een verliefde twintiger. Telkens raakte hij haar arm even aan, om te voelen of hij niet droomde. De liefde hield hem jong en had hem ouderdom geschonken.
Haar wens werd vervuld: op 22 februari 2014 stierf Leo Vroman, 98 jaar oud. In hun laatste interview lezen ze elkaar gedichten voor: liefdesverklaringen op de drempel van hun afscheid. Zo schrijnend mooi, dat je hoopt zo oud te mogen worden: met wijd open ogen en een hart vervuld van levensmoed de dood tegemoet.
Gedicht van hem voor haar:
MAAR ALS …
Je schrijft alsof we gaan zoals we kwamen:
het beschaafde echtpaar, altijd samen,
maar waar ben ik als jij zo plotseling gaat
dat je bord nog in de gootsteen staat?
Zal ik het gewoon, van eigen ouderdom
toch al zo sloom, weloverwogen,
desnoods nog wat nadrukkelijker krom,
afwassen en dan laten drogen?
Duidelijker aanwezig in de nacht,
en duidelijker afwezig in de morgen
blijf je mij dan even onvolbracht
en ik laat je onaf werk onopgeborgen
zodat het met mij op je thuiskomst wacht.
Is het winter, en jij, urn, bent ijskoud
dan zal ik je arme as verwennen
met wat warme havermout.
Maar ik vrees de zoele dag in mei als ik je niet meer kan herkennen
in het stof waarmee ik was getrouwd.
Gedicht van haar voor hem:
DE TOEKOMST
Jij weet hoe het zijn zal,
je was zo dichtbij: bijna al dood.
Jij bent niet bang meer
Maar hoe wordt het
wanneer je echt dood zult zijn
en geen deel meer hebt aan jouw dierbare leven?
Reik je dan tevergeefs
en kan niets meer raken,
zou je nog willen weten
maar hoe ben je vergeten?
Is alles dan werkelijk voorbij?
Ik denk niet zoveel aan mijn eigen dood.
Dan is het genoeg en ik merk het wel.
Maar ik wil blijven leven zolang jij nog leeft
en daarna leren zonder jou te bestaan.
Als ik dan heenga, en liefst niet veel later,
laat het vlug zijn en bij mijn volle verstand,
en met keurig alles achtergelaten.
Maar wij willen dat men ons zal verbranden.
Misschien dat onze dochter jouw as en de mijne
dan zal vermengen en in water vervloeien,
of in haar achtertuintje begraven.
Of desnoods in één zak bij het vuilnis zetten.
Wat ze ook doet,
dan wel met ons samen.
En hiermee hebben ze hun laatste woord gesproken. De gedichten voor elkaar als voetstappen van hun ziel. Een inniger verklaring van de liefde na de dood ken ik niet.
*NPO-uitzending, 10 augustus 2010: Profiel: Leo en Tineke Vroman