“Als Trump wint dan eet ik mijn schoen op”, zo suste ik afgelopen zomer mijn jongste zoon, die bang was voor een derde wereldoorlog door Trump. Zijn zorgen verdwenen in een brede lach op zijn gezicht, want hij wist: zijn moeder was nooit zo stellig, en áls ze het was dan moest het wel 100% zeker zijn.
Maar op 8 november 2016 gebeurde datgene wat ik niet had gevreesd. Nog half wakker drong het nieuws niet tot me door. Ik moest de televisie aan zetten om mezelf te overtuigen dat dit de werkelijkheid was. Trump liet zich overduidelijk gelden als overwinnaar, alsof hij de oorlog gewonnen had. Mijn anders zo humorvolle zoon wees mij niet op mijn belofte mijn schoen op te eten. Die woensdag weigerde hij zijn bed uit te komen. De wereld klopte voor hem niet meer.
En voor mij ook niet. Ik had met lede ogen aan moeten zien hoe de Republikeinen een kandidaat kregen die niet serieus genomen kon worden. Ik had toe moeten zien hoe debatten niet meer de naam verdienden van ‘een discussie op basis van argumenten’: argumenten werden aanvallen, feiten werden verzinsels, verzinsels werden feiten. Maar ik had vertrouwen in de Amerikaanse burgers, die weliswaar net als Trump bang waren voor alles wat hij wilde bestrijden, maar die uiteindelijk niet voor hem zouden kiezen. En de peilingen stelden me gerust. Ik kon rustig gaan slapen.
Maar sinds die dag slaap ik helemaal niet meer. Nog even had ik de hoop dat de uitslag ongeldig werd verklaard. Toen op 20 januari de overwinning werd beklonken met een ‘America First!’ wist ik dat ik deze werkelijkheid had te accepteren. Het voelde alsof de derde wereldoorlog was begonnen.
Ik vraag me af waar ik nou zo van slag door ben. Er zijn wel vaker leiders geweest die meningen verkondigden waar ik het niet mee eens was. Er zijn wel vaker dreigingen geweest, mensen geweerd en oorlogen aangekondigd. Wat maakt dat Trump mij het bloed onder de nagels vandaan haalt?
Ik weet het wel, maar durf het niet toe te geven: Trump roept het moederinstinct bij me op. Hij jengelt als mijn zoon van zes, wanneer hij reageert met “Obama heeft dat ook gedaan!” toen hij aangesproken werd op zijn besluit mensen uit Moslimlanden te weigeren. Ik krijg de neiging hem uit te leggen dat Obama andere bedoelingen had, dat het een andere situatie was. Maar ook: zelfs áls Obama fout was dan betekent dit niet dat hij het ook mag doen. Net als ik tegen mijn zoon altijd zei: “Als Bas een snoepje pikt dan betekent dat toch niet dat jij het óók mag doen?”
Trump zou niet luisteren. Hij is die kleuter die de klas terroriseert, niet omdat hij het slimste jongetje is, maar omdat hij het grootste is met de meeste lef om de juf uit te schelden. Ook al zet ze hem in de hoek, hij blijft schreeuwen dat hij gelijk heeft. En de volgende dag komt hij op school met zijn ouders in zijn kielzog: een vader die de juf beschuldigt van discriminatie, omdat ze als Afro-American niet van blanke jongens houdt, en een moeder die de juf verwijt haar zoon vernederd te hebben door hem in de hoek te zetten.
Na 9 dagen Trump heb ik het helemaal gehad. Hoe hou ik de komende vier jaar vol, hoe kan ik mezelf weerhouden om niet op elke uitspraak en actie van Trump een weerwoord en een wraakgevoel te willen uiten? Hoe kan ik die machteloosheid verdragen?
Uit onverwachte hoek kwam gisteren een antwoord: een brief op Facebook, gericht aan Trump*. Een brief zonder argumenten, zonder aanvallen, maar met erkenning van zijn gevoelens van angst en wanhoop, die wij allen delen: “Facing your fear, we choose compassion. Hearing your despair, we choose hope”. Met de boodschap dat de keuze om ons te verenigen tot meer leidt dan de keuze om ons af te zetten tegen hetgeen we vrezen.
Ik tekende de brief. Maar dat was niet het fijnste. Het fijnste was dat ik namen langs zag komen van mensen die ook tekenden op dat moment: Fiona Nolan uit Australië, Guido Vermunt uit Nederland, Jakob Staffeldt uit Denemarken, Mayumi Iwai uit Japan, Sarah Madden uit USA. De onbekenden kregen namen en kwamen hiermee mijn kamer binnen: mensen van verschillende komaf in verschillende omstandigheden, maar met dezelfde gedachte als ik. Het was midden in de nacht en ik was niet meer alleen. Ik kon gaan slapen.
Zo kom ik de dagen door. Elke keer als Trump me bij de keel grijpt dan kijk ik op Facebook naar de brief. De stroom van namen blijft gestaag langskomen, als een stille tocht van mensen die niets hoeven te zeggen om hun mening te uiten, enkel en alleen doordat ze zich verenigen. Elke seconde verschijnt er een nieuwe naam op de lijst, op het ritme van mijn ademhaling. Adem in – Zuzana Kratka, Czech Republic. Adem uit – Frank Henry, Canada. Adem in – Marni Hurst, Singapore. Adem uit – Michel Angel Pandro, Argentina. Mijn ademhaling verdiept zich, de wereld verbindt zich.
Zij zijn mijn lifeline.
* https://secure.avaaz.org/campaign/en/president_trump_letter_loc/