PUPPYWIJSHEID

De wereld is angstaanjagend groot voor mijn puppy. Opeens zat hij –amper 8 weken oud- moederziel alleen in een stad vol rare geluiden, aparte geuren en vreemde vogels. En dat terwijl hij de eerste weken van zijn leven alleen maar hond hoefde zijn: drinken bij zijn moeder, ravotten met zijn broertjes en zusjes, plassen waar hij wilde. Nu moet hij luisteren naar de naam Charlie, op commando zitten en is bijten uit den boze. En het ergste is het lopen aan de riem – totdat hij een plasje heeft gedaan.

Want dat laatste kan Charlie niet: hij kan pas zijn behoefte doen als hij ontspannen is. En ‘buiten’ staat gelijk aan spanning. Alles is nieuw en vreemd: geluiden, geuren, en heel veel dat beweegt. Charlie heeft al zijn aandacht nodig om dit alles te verwerken. Een plasje zit er dus niet in.

Als psycholoog zou ik het wel weten: een ademhalingsoefening om te ontspannen, geruststellende gedachten om de angst te beteugelen en een stappenplan om situaties te trotseren. Maar als baas sta ik aan de grond genageld: mijn hond verstaat mij niet. Hoe ik hem ook probeer te helpen –een zacht rukje aan de riem, een verleidelijk brokje voor zijn neus, lieve woordjes in zijn oor- het werkt niet. De wereld blijft Charlie overweldigen. Dus zit er voor mij niks anders op dan met hem mee te wachten. Wachten tot de storm is geluwd.

IMG_3835IMG_3837

Zo doorstaan we vele stormen. De ergste zijn de Kliko-bakken en opgevoerde brommertjes. Dan raakt Charlie volledig in paniek: eerst rukt hij aan de riem alsof hij wordt vermoord, vervolgens staat hij hard te piepen en kijkt mij smekend aan, en tenslotte gaat hij zitten en wacht. Hij wacht totdat de storm in zijn lijf gaat liggen. Zo doet Charlie het werk en wacht ik aan zijn zijde. Zodra hij weer kwispelend mijn brokje accepteert weet ik dat het goed is.

En dat is mooi om te zien. Want ik zie mijn puppy stoerder worden: hij blaft nu tegen Kliko-bakken en treedt de jongens op brommertjes met opgeheven staart tegemoet. En schrikken van een auto doet hij allang niet meer; hij is immers puppy-af. Charlie heeft nu zelfs tijd om intensief te snuffelen en sporen te doorkruisen met zijn eigen spoor: zijn plasjes hebben een bestemming gevonden.

Als baas doet mij dit zeker goed. En als psycholoog heb ik in Charlie een rolmodel voor mijn cliënten gevonden. Want toen ik dit vertelde aan een cliënt die met paniekaanvallen vecht, viel bij hem opeens het kwartje. Hij besefte dat hij dat puppy was met een baas die alleen maar aan zijn riem trok, dwars door alle angsten heen. Hij zag nu hoe het anders kon.

Ik zie hoe de vechtlust in deze man stapje voor stapje plaats maakt voor zelfverzekerde kalmte. Hij sleurt zichzelf niet meer door zijn paniekaanvallen heen. Nu blijft hij staan als angst hem overvalt, en observeert wat er in zichzelf en om hem heen gebeurt. Pas als hij rustig is geworden vervolgt hij zijn weg. Stap voor stap krijgt hij zijn leven terug.

Dat puppy’s wijsheid in zich hebben wist ik eigenlijk wel. Ik zie het ook bij baby’s. Ergens onderweg raken we als mens die aangeboren wijsheid kwijt. Ons denken neemt het over, onze intuïtie laat ons in de steek. En niet altijd is dat erg, alleen als emoties overweldigend zijn.

Charlie wordt vast en zeker een goede therapeut. Hij weet het alleen zelf nog niet. En eigenlijk maakt het hem ook niet uit. Hij wil de wereld leren kennen, die eindeloos groot aan zijn voeten ligt.