WAAROM IK SCHRIJF

Ik schreef altijd al verhalen. Maar ze bleven in mijn hoofd, omdat ik het te druk had om ze op te schrijven. Altijd dacht ik: ‘Het komt nog wel, later schrijf ik ze op’. En het werd later, maar de verhalen kwamen er niet. Nog steeds had ik het te druk, met alles wat een mens moet doen.

Als een sneltrein ging ik door het leven. Zo kwam ik ver, zag ik veel van de wereld en ontmoette ik interessante mensen. Er was geen tijd om uit te stappen en rond te kijken. Toch vond ik dat niet erg: ik hield van treinen, vooral van snelle. En die tussenstationnetjes konden wel wachten, tot later, als ik alles bereikt had wat ik wilde.

Op een dag ging de reis naar China, een enkele reis met eindstation. In Peking moest ik zijn, zonder agenda en lijstjes met ‘to do’. Ik had er zin in, want dit was het ‘later’ waarnaar ik had verlangd. Nu was er geen overstap meer die ik niet mocht missen noch een sneltrein die ik moest halen. Ik zat in de stoptrein, die niet alleen stopt op alle stations, maar ook ertussenin. Zoals die keer dat we opeens midden in een stadje stil hielden. Er stond een draak op de rails, die ons vervaarlijk aan keek. Zijn lijf kronkelde van dreiging, de ogen spuwden vuur, en scherpe tanden staken stevig uit zijn bek. Hij schudde woest zijn grote kop, alsof hij het leed van de wereld van zich afschudde. Zijn lijf volgde trillend, op de slagen van de trom. Ik dacht dat ik droomde, maar het bleek Chinees Nieuwjaar te zijn. En dan staat de tijd in China stil, samen met de mensen en machines. De traditie wordt gehoorzaamd, met respect en vreugdedans. Dus daar ook, zomaar middenin dat stadje. Toen alle kwade geesten verdreven waren zette de trein zich weer in beweging. En niemand die klaagde over het onverwachte oponthoud. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En dat was het ook.

Het is fijn in de stoptrein. Niet dat het minder druk is dan in de sneltrein; er wordt net zo veel gepraat, gelachen, gegeten en gedronken. En er wordt even zo gemopperd en geroddeld, getelefoneerd, gegoogled en getwitterd. Want ook deze trein heeft internet, en even snel als in de intercity. Het enige wat anders is, zijn de vele tussenstations. Ik wil overal uitstappen, om het verhaal dat in mijn hoofd zit eruit te laten. Een verhaal van onderweg. Want onderweg is veel te zien en te beleven. Ja, schrijven wil ik, om niet te vergeten.

En ik wil anderen vertellen wat ik heb gezien. Er zijn altijd mensen die in een sneltrein voorbij razen. Omdat ze ergens op tijd moeten zijn, of iets belangrijks willen doen wat niet kan wachten. Of gewoon omdat ze snelle treinen leuker vinden. En dat is goed. Want anders zouden al die intercity’s en sprinters nodeloos in het station blijven staan. Dan zou niemand meer verre oorden bereiken.

Mijn verhalen heb ik nodig. Om uit te vinden wat er in mij leeft. Ik wil het leven vangen in woorden die ik nog niet had. In het zoeken naar woorden staat de tijd stil. Het is de pauze in het leven die ik niet wil missen.

En daarom blijf ik schrijven.