‘Show, don’t tell’, het is één van de belangrijkste regels bij het schrijven: Probeer de lezer een gevoel te laten ervaren door dit op te roepen in je tekst, niet door erover te vertellen.
Het klinkt mooi, het klopt ook, maar ik kan er niks mee. Sterker nog, als ik dit probeer dan ligt het er zo bovenop dat het alleen maar gekunsteld overkomt. Of ik zit zo lang te ploeteren op een tekst dat ik niet meer weet welk gevoel ik op wilde roepen. En dat gevoel raak ik helemaal kwijt als ik lang zit te staren op een woord. Alle woorden klinken dan opeens zo raar. Probeer het maar: als je het woord ONTROERING heel langzaam uitspreekt en probeert te voelen wat het in je oproept dan wordt het een steeds raarder woord. Je weet op een gegeven moment zelfs niet meer wat het betekent, en of je het wel zo schrijft. Het woord gaat zweven en een eigen leven leiden. Het contact met de wereld, en helemaal met mij, is verloren.
Ik heb het gevoel dat dit voor meer dingen in het leven opgaat: hoe meer je op iets let, des te moeilijker het wordt. Hoe lastig is het bijvoorbeeld om met iemand mee te leven als je van te voren een opdracht hebt gekregen: “Straks vertelt iemand jou haar levensverhaal. Het belangrijkste is dat je met haar meeleeft: kijk haar niet teveel en niet te weinig aan, knik op de juiste momenten, zeg af en toe iets begripsvols, maar niet te overdreven. Kortom, wees gewoon jezelf”.
Vooral dat laatste: wees gewoon jezelf. Als ik ergens van in de kramp schiet is het wel ‘spontaan en mezelf’ zijn. Zodra je je bewust wordt van iets wat je van nature doet lukt het niet meer. Je bent teveel met jezelf bezig in plaats van met de ander. En bovendien werkt je lichaam niet als je hoofd teveel de leider wordt. Zo ook als je iemand iets moet leren wat je zelf al jaren automatisch doet: blind typen bijvoorbeeld: waar zat ook al weer de ‘t’? Ik weet het niet als ik na ga denken.
Maar het gaat verder dan dat. Als gevoel wordt afgedwongen mist het zijn doel. Ik heb dat bijvoorbeeld met Moederdag. Het stuit mij tegen de borst dat iedereen opeens op deze dag zijn of haar moeder een bosje bloemen en een hartjesdoos met chocolade gaat brengen. Alsof er niet 364 andere dagen in het jaar zijn waarop je dat kunt doen. Maar toch lijkt Moederdag een bezoekje aan Moeder af te dwingen, want als je dat niet doet maak je een statement en valt jouw moeder op door eenzaamheid. En dat wil je niet, dus doe je het maar. Die ene dag maakt mijn cadeau met ‘ik-hou-van-jou-lieve-moeder’ krampachtig en onecht.
Het lijkt wel of vooral Moederdag heilig is verklaard. Een maand later, op Vaderdag, is het een heel ander verhaal. Het begint ermee dat niemand weet of het op de 2e of 3e zondag in juni valt, en het eindigt ermee dat iedereen vaderdag ‘dit jaar overslaat’.
Wat is dat toch, dat moeders in het zonnetje gezet moeten worden? Blijkbaar heeft de wereld iets goed te maken met moeders. En daarom is Moederdag bedacht, om het collectieve schuldgevoel wereldwijd sussen. Maar het werkt niet als waardering op commando wordt gegeven. Oprechte erkenning is er pas als je hart laat zien wat woorden niet kunnen zeggen. Show, don’t tell in de puurste betekenis van het woord.
En toen zag ik een filmpje dat precies laat zien wat ik wil zeggen. Je ziet hoe mensen reageren als ze erachter komen dat ze mee hebben gedaan aan een fake-interview*. Zij dachten te solliciteren op een baan als ‘director of operations’. Het was een wereldbaan, dus nam je de lange werkuren en het continue beschikbaar moeten zijn voor lief. Ja, zelfs als je er niets voor betaald zou krijgen. Natuurlijk reageerden de sollicitanten verbaasd: Is that legal? That’s cruel! Who would do that? En toen ze hoorden dat er toch echt mensen waren die deze baan op zich namen, hun hele leven lang, waren ze stuk voor stuk heel benieuwd wie deze mensen waren.
“Actually, billions of people have taken this job”, zei de interviewer: “these people are our mothers”. En toen braken ze, de sollicitanten, mannen en vrouwen, jong en oud. Want even hadden ze ervaren hoe het zou voelen om zo’n baan te hebben. En dat voelde tien minuten lang als een leven zo zwaar.
Dat vind ik nou een goed voorbeeld van Show, don’t tell. Want hoe vaak horen we niet hoe zwaar moeders het hebben, hoezeer zij ondergewaardeerd worden, hoeveel zij moeten opgeven om hun moederschap goed te kunnen vervullen. En hoe vaak zuchten wij die woorden weg met ‘Dat weet ik toch!’ Maar we voelen het niet. Het zijn woorden die ons meer irriteren dan raken.
En als je dan een moederdagcadeautje krijgt op een dag die niet valt op de 2e zondag in mei, in de vorm van een mailtje met de link naar dit Youtube filmpje*, dan weet je dat er mensen zijn die echt wel zien wat moeders doen. En als dat mailtje ook nog eens van je eigen dochter komt, dan weet je: ik heb een wereldbaan!
*https://www.youtube.com/watch?v=HB3xM93rXbY